‘Everyone deserves a cowgirl hat’, aldus een van de vele bordjes in de laatste mijl richting het Tottenham Hotspur Stadium. Straatverkopers staan er met witte hoeden, roze hoeden, met zwarte exemplaren inclusief zilveren randje, terwijl een alsmaar langere stoet aan cowgirls en -boys op een haastig drafje richting de eerste Europese show van Beyoncé’s exclusieve Cowboy Carter-tour galoppeert. Wat een gezicht. Zes shows zal queen Bey de komende week doen in dit stadium, daarna nog drie in Frankrijk, en daarna gaat ze alweer terug naar de VS.
Cowboy Carter is een mega-happening, waarvoor fans zich uitdossen met cowboyhoeden, hun mooiste kniehoge boots, veel spijkerstof en nog meer sparkle. Voor veel van hen zal het een gebbetje zijn (een tenue dat nog eens gerecycled kan worden voor het vrijgezellenfeestje!), maar voor Beyoncé is die cowboyhoed een belangrijk symbool: met haar Renaissance-era bracht ze een ode aan de zwarte queercultuur die het zaadje plantte voor disco en house. En zo wil ze met Cowboy Carter de teugels strak in handen nemen als het gaat om country, blues, rock ’n roll en soul. Want ook dat is black culture, en die Afro-Amerikaanse roots zijn veel te lang ontkend.
De nog bredere boodschap die vandaag centraal staat, en eigenlijk al heel lang in Beyoncé’s oeuvre: Amerika is ook van ONS. Dat ze pas zó laat in haar carrière de felbegeerde Grammy voor Album of the Year heeft gekregen (duurde het zo lang omdat ze een vrouw van kleur is?), dat ze jarenlang werd genegeerd in de country-categorie (terwijl ‘Daddy Lessons’ toch gewoon in dat genre viel?!), het zijn slechts voorbeelden van het bredere narratief dat Beyoncé vandaag wil vertellen: tijd om de ruimte op te eisen.